Woensdag 29 juli 2015

Verschil tussen een sporthart en hypertrofische cardiomyopathie

Hypertrofische cardiomyopathie is de oorzaak van circa 30% van de gevallen van plotse dood tijdens sporten in atleten jonger dan 35 jaar. Maar hoe onderscheidt men in echocardiografisch onderzoek een hart met hypertrofische cardiomyopathie van een sporthart?
Referaat, verschenen in Geneeskunde & Sport, 1, 2003. A. van der Laarse, biochemicus. Trefwoorden: Sport & Geneeskunde, sporthart, diagnostiek, ventrikelhypertrofie, jeugd, hypertrofische cardiomyopathie

Hypertrofische cardiomyopathie is de oorzaak van circa 30% van de gevallen van plotse dood tijdens sporten in atleten jonger dan 35 jaar. Maar hoe onderscheidt men in echocardiografisch onderzoek een hart met hypertrofische cardiomyopathie van een sporthart? Om voor dit onderscheid duidelijke criteria op te stellen hebben de auteurs 720 jonge atleten (leeftijd 14-18 jaar) en 250 gezonde, weinig of niet sportende vrijwilligers (controlegroep) echocardiografisch onderzocht. De atleten sportten op hoog competitief niveau in tennis, voetbal, zwemmen, boxen, roeien, rugby, wielrennen, triatlon, hockey, karate, hardlopen, squash en speerwerpen. In vergelijking met de controlegroep hadden de jonge atleten een groter linkerkamer (LV)-gewicht (+31%) en een grotere LV-wanddikte (+13%), LV-eind-diastolische diameter (+6%) en linkerboezemdiameter (+5%). De LV-wanddikte in de atleten bedroeg 6-14 mm en die in de controlegroep 6-11 mm. Tien bovengrenzen van normale LV-wanddikte (gemiddelde + 2SD) zijn berekend voor mannen en vrouwen afzonderlijk en per leeftijd in jaren afzonderlijk (11-12 mm voor jongens en 9-11 mm voor meisjes). Achtendertig van de 720 atleten hadden een LV wanddikte > bovengrens van normaal. Van deze 38 atleten hadden er 35 een LV wanddikte ³12 mm en drie atleten (allen jongens) hadden een LV-wanddikte >12 mm. Een LV-wanddikte >12 mm is diagnostisch voor hypertrofische cardiomyopathie. In eerder onderzoek van deze onderzoeksgroep is geconstateerd dat patiënten met hypertrofische cardiomyopathie in de tienerleeftijd een LV-einddiastolische diameter hebben die normaal is of kleiner dan normaal. In alle patiënten (n=70) is deze < 48 mm. In de 38 atleten met een LV wanddikte ³12 mm was de LV-einddiastolische dia- meter 52-60 mm. Elektrocardiografie kan ook bijdragen aan het onderscheiden van hypertrofische cardiomyopathie van het sporthart: in alle 720 atleten ontbraken de voor hypertrofische cardiomyopathie kenmerkende ECG-afwijkingen, zoals ST-segmentdepressie, pathologische Q-golven of diepe T-golfinversies. De conclusie van dit onderzoek luidt: op tienerleeftijd is een sporthart van hypertrofische cardiomyopathie te onderscheiden door het feit dat een LV-wandverdikking in het sporthart gepaard gaat met een toename van de LV-einddiastolische diameter.

A. van der Laarse, biochemicus

(Sharma S, Maron BJ, Whyte G, Firoozi S, Elliott PM en McKenna WJ.
Physiologic limits of left ventricular hypertrophy in elite junior athletes: Relevance to differential diagnosis of athlete’s heart and hypertrophic cardiomyopathy
J Am Coll Cardiol 2002;40:1431-1436.)