Woensdag 29 juli 2015

Verschil in zuurstofopname tussen wandelen op een loopband en wandelen op een ‘gewone’ weg

Bij een groep van 14 ongetrainde mannen (leeftijd 45-65 jaar) is onder vergelijkbare klimaatomstandigheden gekeken naar verschillen in gemiddelde zuurstofopname (VO2) tussen wandelen op de loopband en wandelen op de ‘gewone’weg bij twee verschillende relatieve belastingen, namelijk bij hartslagreserves (HRR) van 30% en 60%.
Onderzoeksartikel, verschenen in Geneeskunde & Sport, 2, 2004. K. Top, N. A. C. M. Wijne, K.N. Nieuwenhuis, W. R. de Vries. Trefwoorden: Sport & Geneeskunde, hartslagreserve, zuurstofopname, loopband, fitness, buiten lopen, pathofysiologie

Bij een groep van 14 ongetrainde mannen (leeftijd 45-65 jaar) is onder vergelijkbare klimaatomstandigheden gekeken naar verschillen in gemiddelde zuurstofopname (VO2) tussen wandelen op de loopband en wandelen op de ‘gewone’weg bij twee verschillende relatieve belastingen, namelijk bij hartslagreserves (HRR) van 30% en 60%. De hartslagreserve is het verschil tussen maximale en rusthartfrequentie. De zuurstofopname werd gemeten met een draagbare gasanalysator (MetaMax) en de hartfrequentie werd telemetrisch geregistreerd (Polar Sporttester). De resultaten geven aan dat er bij 30% hartslagreserve geen significant verschil in gemiddelde zuurstofopname tussen de loopband en de ‘gewone’weg is, terwijl bij 60% hartslagreserve de zuurstofopname bij het lopen op de loopband ruim 4% hoger is dan op de weg. Dit laatste hangt samen met een hogere loopsnelheid op de loopband. De zuurstofopname per hartslag (O2-pols) is bij 60% hartslagreserve significant hoger dan bij 30% hartslagreserve (P<0,05), terwijl bij 60% hartslagreserve de zuurstofpols op de loopband bijna significant hoger is dan op de weg (P=0,06). Het lichaamsgewicht speelt een steeds grotere rol naarmate de loopsnelheid en percentage hartslagreserve toenemen; de loopsnelheid neemt af bij een hoger gewicht. Deze bevindingen vullen de tot op heden in de literatuur vermelde gegevens bij dezelfde loopsnelheden aan, die ofwel geen verschil in zuurstofopname tussen loopband en weg aantonen, ofwel een hogere zuurstofopname op de weg. Bij advisering van een bewegingsprogramma op basis van hartfrequenties voor bijvoorbeeld ongetrainde mannen van middelbare leeftijd of cardiologische patiënten is bij dezelfde relatieve belasting het verschil in zuurstofopname tussen loopband en ‘gewone’weg aan de veilige kant en biedt een reserve voor veranderende klimaatomstandigheden buiten.