Maandag 24 april 2017
Adductor-gerelateerde liesblessures meest voorkomend
Op basis van de in het Doha agreement vastgestelde classicifactie van liesblessures blijkt op dit moment uit de GRIP-studie, dat de adductor-gerelateerde liesklacht veruit (62%) het meeste voorkomt onder de 300 voetballers van tien Betaald Voetbal Organisaties die meededen aan de GRIP-studie. De adductor-gerelateerde liesklacht wordt gevolgd door os pubis-gerelateerde (29%), Iliopsoas-gerelateerde (6%) en lieskanaal-gerelateerde liesklachten (3%). Bij 6% waren meerdere entiteiten tegelijkertijd aanwezig. Bij 6% waren er aanwijzingen dat de liesblessure heup-gerelateerd was. Andere oorzaken zijn niet gevonden. Gemiddeld duurt het trainingsfit worden 22 dagen en het wedstrijdfit 25 dagen. De mediaan is hierbij respectievelijk 10 en 11 dagen. Een derde van de wedstrijdfitte spelers heeft restklachten, voornamelijk in termen van pijn en een beperkte range of motion (ROM) van de heup.
Infographic
Binnen de GRIP-studie is een samenvatting van het Doha agreement gemaakt in de vorm van een infographic. De infographic geeft een overzichtelijke indeling van liesblessures bij sporters. Bovendien is te zien hoe de gedefinieerde entiteiten met klinische diagnostische testen kunnen worden geclassificeerd. Deze informatie kunt u gebruiken bij het stellen van een eenduidige diagnose ten aanzien van liesblessures. Hieronder ziet u de infographic als afbeelding. U kunt hem ook als PDF bekijken.
Waar staan we nu?
Variëteit aan behandelaars en behandelingen
Naast een grote verscheidenheid aan behandelaars die de liesblessures van voetballers behandelen, blijkt er een even grote variëteit te zijn aan behandelvormen. De behandeling varieert van oefentherapie, cryotherapie en dry-needling tot chirurgische ingrepen, het gebruik van medicatie en het toedienen van lokale injecties met ontstekingsremmers. Verklaring voor de verscheidenheid aan behandelingen kan de diversiteit aan liesblessures zelf zijn, maar waarschijnlijker is het dat er een gebrek aan consensus bestaat over de beste therapie.
Waar staan we nu?
Hoofdonderzoekster Anne-Marie van Beijsterveldt benadrukt: “We zijn er nog lang niet. Eigenlijk kun je de resultaten zien als voorlopige resultaten. We hebben nu een beter beeld van de liesblessures in het Nederlands profvoetbal en van de behandelingen waarvoor wordt gekozen. We gaan nu verder onderzoeken welke factoren van invloed zijn op het ontstaan van liesblessures. Spelen bijvoorbeeld intrinsieke risicofactoren (zoals verminderde heup-ROM) of het aantal trainingen, de zogenaamde ‘exposure’, een rol?”
Praktijkimplicaties: screening weinig zinvol en gebruik allereerst bewezen effectieve behandelmethoden
Sportarts en medeonderzoeker Adam Weir: “Door het onderzoek kunnen we voetbalclubs op dit moment adviseren dat áls zij willen inzetten op preventie, ze zich hierbij het beste kunnen richten op preventie van adductor-gerelateerde liesblessures. Kanttekening hierbij is wel dat screening op een verhoogd risico op liesblessures hierbij nagenoeg geen klinische waarde heeft. Dit bleek al uit eerder onderzoek naar significante risicofactoren voor hamstringblessures en voorste kruisbandletsel, waarbij de vraag is ontstaan hoe nuttig deze significante risicofactoren eigenlijk zijn. Ook in de British Journal of Sports Medicine verscheen onlangs een artikel over waarom risicoscreening als voorspellers van blessures niet werkt en misschien ook nooit zal werken. De meeste testen kunnen wel sporters identificeren die een verhoogd risico hebben, maar zijn eigenlijk heel weinig accuraat als het gaat om het voorspellen in wie dan ook daadwerkelijk geblesseerd raken. Eigenlijk moeten we risicoscreening in het geval van liesblessures dan ook laten voor wat het is. Maar, als we weten welke risicofactoren een rol spelen, kunnen we daar wel op anticiperen. Ondanks dat de mate van invloed van aanwezigheid van risicofactoren op het daadwerkelijk ontstaan van een blessure dus eigenlijk niet is te voorspellen”.
Sportfysiotherapeut en medeonderzoeker Igor Tak: “We hebben op dit moment al een sneak preview gedaan op een aantal mogelijke intrinsieke risicofactoren voor liesblessures in de huidige data. Op dit moment lijken deze niet bruikbaar om preventieve maatregelen uit te destilleren. We zullen toch al deze factoren, ondanks dat deze bij hamstringblessures en vkb-letsel weinig voorspellende waarde blijken te hebben, juist daarom nog dieper en specifiek onderzoeken bij liesblessures bij voetballers. Een wel al zeer interessant inzicht is dat we zien dat er in de behandeling van de geconstateerde liesblessures veel voor modaliteiten als ‘dry-needling’ wordt gekozen, terwijl bewijs voor deze aanpak bij deze populatie in de literatuur ontbreekt. Het beperkte bewijs dat er is voor oefentherapie, aangevuld met manuele (spier)technieken wordt daarentegen wél ondersteund maar klaarblijkelijk juist weer minder gebruikt. Het is waardevol dat de deelnemers aan het onderzoek ons deze informatie hebben willen verschaffen. Dit geeft aangrijpingspunten voor verder onderzoek”.
De GRIP-studie loopt nog tot de zomer van 2017. Later dit jaar worden dan ook definitieve resultaten verwacht. Het onderzoeksteam is enorm blij met de medewerking van de voetbalclubs en spelers. Igor: “Alleen door de medewerking van de belangrijkste ‘spelers in het veld’ kunnen we veelzeggend onderzoek doen naar blessures bij sporters. Op die manier kunnen we sporters het beste helpen bij blessures en nog beter… blessures proberen te voorkomen!”
Meer informatie
Meer informatie over de GRIP-studie en de huidige resultaten is te vinden in het artikel ‘Liesblessures bij sporters; theorie en praktijk’ en op de site van het onderzoeksproject: www.hva.nl/project-grip.
Gerelateerde artikelen
- The relationship between the frequency of football practice during skeletal growth and the presence of a cam deformity in adult elite football players; online first artikel verschenen van BJSM, 7 januari 2015, Igor Tak, Adam Weir, Rob Langhout, Jan Hendrik Waarsing, Janine Stubbe, Gino Kerkhoffs, Rintje Agricola
- Hip Range of Motion Is Lower in Professional Soccer Players With Hip and Groin Symptoms or Previous Injuries, Independent of Cam Deformities, artikel verschenen de AJSM, 16 december 2015.
- Samenwerken bij blessures; Groin Injury Prevention en ander sportonderzoek; NVFS-specialistenkatern pagina 40-41 in Fysiopraxis, september 2015.
- Klinische biomechanica van de wreeftrap in voetbal in relatie tot liespijn. Een literatuuroverzicht; Overzichtsartikel verschenen in Geneeskunde & Sport, 1, 2012, I.J.R. Tak, A. Weir, R.F.H. Langhout.
- Diagnostics and treatment of adductor-related groin pain in athletes – new insights; proefschrift, 23 juni 2011, A. Weir.