Woensdag 26 augustus 2015
In zijn overzicht betoogt collega Peers dat het om histopathologische redenen beter is om chronische peesproblematiek te benoemen als tendinosis en niet als tendinitis. In de kliniek hanteert men de wat algemenere term tendinopathie als histopathologisch onderzoek achterwege blijft, maar afwijkingen via andere onderzoekstechnieken wel in de pees worden aangetroffen. Aan het begin van zijn betoog en in de conclusie legt Peers de oorzakelijke relatie tussen peesoverbelasting en tendinosis. Hoewel sportieve activiteiten vaak beschreven worden als achtergrond in het ontstaan van de klachten, is er echter in geen enkele studie aangetoond dat er een causale relatie bestaat tussen tendinosis en (sportief ) overbelasten. In de studie van Kannus et al wordt door postmortem onderzoek aangetoond dat er in ruim 30 procent van asymptomatische achillespezen degeneratie bestaat. Op grond van deze bevindingen kan men stellen dat de ontwikkeling van tendinosis een pathologisch proces is dat zich klinisch in grotere frequentie uit bij sportieve patiënten. Sportieve activiteiten zijn vanuit dit perspectief eerder een luxerende factor dan een oorzakelijke. Met betrekking tot de therapeutische interventies voor tendinopathie lijkt er sinds vijf jaar enige consensus te zijn, waarbij is aangetoond dat excentrisch oefenen de pijler is in de therapie. Het laatste geldt, ondanks oorspronkelijk positieve publicaties, ook voor Extracorporele Shockwave Therapy (ESWT). Het voorschrijven van en toepassen van ESWT op chronische tendinopathieën is derhalve niet zinvol. Ten slotte zijn ook wij van mening dat wetenschappelijk onderzoek vanuit diverse gezichtspunten (histochemisch, cellulair, therapeutisch) noodzakelijk is om inzicht te brengen in de oorsprong en behandeling van de chronische tendinopathie. Hierdoor kunnen topsporters en grote groepen sporters die bewegen om fit en gezond te blijven wellicht uiteindelijk hun ’achilleshiel’ de baas.