Vrijdag 03 juli 2015
Met het ouder worden neemt het risico op achteruitgang van de cognitieve functies, waaronder het geheugen, toe. Omdat het aantal ouderen binnen de bevolking toeneemt, is het belangrijk om interventies te ontwikkelen die deze achteruitgang van het cognitief functioneren vertragen of tegengaan. Jannique van Uffelen deed onderzoek naar de effecten van een wandelprogramma en vitaminepillen onder 152 zelfstandig wonende ouderen tussen de 70 en 80 jaar met geheugenklachten. Het wandelprogramma bestond uit een jaar lang twee keer per week één uur matig intensief wandelen. De vitamine pillen bevatten hoge doses foliumzuur, vitamine B6 en vitamine B12. In een gerandomiseerde, gecontroleerde studie werden de effecten van beide interventies onderzocht op verscheidene cognitieve testen voor onder andere geheugen, aandacht en informatieverwerking. De vitaminepillen hadden een gunstig effect op het gehalte van het aminozuur homocysteïne in het bloed. Een verhoogd homocysteine gehalte lijkt een belangrijke risicofactor voor cognitieve achteruitgang. Alleen bij vrouwen was er een gunstig effect van de vitaminepillen op slechts één van de cognitieve testen (informatieverwerking). Deelnemers aan het wandelprogramma verbeterden hun aërobe uithoudingsvermogen. Tweemaal per week trainen was niet voor alle deelnemers haalbaar, gemiddeld was men aanwezig bij 63 procent van alle lessen. Bij deelnemers die regelmatig deelnamen aan de wandelsessies verbeterden enkele aspecten van het cognitief functioneren, waaronder het geheugen. Op basis van deze resultaten en gezien de alom bekende gezondheidsvoordelen van een lichamelijk actieve leefstijl, wordt ook aan ouderen met geheugenklachten regelmatige deelname aan matig intensieve lichamelijke activiteit aangeraden.