Donderdag 14 februari 2019

Osteochondritis Dissecans of the Capitellum

Osteochondritis dissecans (OCD) van het capitellum is een elleboogaandoening waarbij zowel het kraakbeen als het bot is aangedaan. De aandoening komt voornamelijk voor bij jonge bovenhandse sporters (zoals honkballers, tennissers en turners). OCD veroorzaakt pijn, bewegingsbeperking en kan leiden tot het stoppen van sportactiviteiten. Dit proefschrift beschrijft de rol van geavanceerde beeldvorming en chirurgische behandeling van OCD.

Osteochondritis dissecans (OCD) van het capitellum is een elleboogaandoening waarbij zowel het kraakbeen als het bot is aangedaan. De aandoening komt voornamelijk voor bij jonge bovenhandse sporters (zoals honkballers, tennissers en turners). OCD veroorzaakt pijn, bewegingsbeperking en kan leiden tot het stoppen van sportactiviteiten. Dit proefschrift beschrijft  de rol van geavanceerde beeldvorming en chirurgische behandeling van OCD.
 
Beeldvormende technieken (CT of MRI) zijn bepalend voor de behandeling en prognose van OCD. Resultaten van het proefschrift laten zien dat een 3D CT scan en een ‘mapping’ techniek betrouwbare methoden zijn voor het beoordelen van de grootte en locatie van een OCD laesie. MRI wordt met name gebruikt voor de classificatie van OCD. De bevindingen van het proefschrift laten zien dat de bestaande, gecompliceerde classificaties minder betrouwbaar zijn dan eenvoudige verschillen op MRI.
 
Diverse factoren (persoonlijke en aandoeninggerelateerde) hangen samen met de uitkomsten van een operatie. Uit onderzoek in dit proefschrift blijkt dat een operatie (arthroscopische debridement en microfacture) bij een gevorderde OCD goede klinische uitkomsten geeft rondom pijn, functie, bewegingsbereik en complicaties. Echter is slechts 62% van de patiënten na de operatie in staat om zijn/haar sport te hervatten. In een andere studie deden ze onderzoek naar de subchondrale botgenezing na operatie. De grootte van de OCD leasies verminderde significant na de operatie. Ook werd er een bevredigende elleboogfunctie na operatie gevonden. Echter waren de postoperatieve OCD grootte en de elleboogfunctie niet aan elkaar gerelateerd.
 
De gevolgen van reconstructie (osteochondral autologous transplantation) van het articulaire oppervlak van de elleboog (capitellum) werden onderzocht in een literatuurstudie waarbij er werd gekeken naar donorplaats-morbiditeit (knie-naar-elleboog en rib-naar-elleboog reconstructies). Donorplaats-morbiditeit kwam voor bij 7.8% van de patiënten bij knie-naar-elleboog reconstructies en bij 1.6% van de patiënten bij rib-naar-elleboog reconstructies. Mogelijk is donorplaats-morbiditeit ondergerapporteerd. Om het risico op donorplaats-morbiditeit van de knie of rib te weg te nemen, iseen studie gedaan naar alternatieve donorplaatsen binnen de aangedane elleboog: het niet-articulerende deel van de radiuskop en het niet-articulerende, laterale deel van de olecranon punt. De studie laat zien dat deze alternatieven topografisch (o.a. curvatuur) sterk overeenkomen met het capitellum. In een andere studie is er gekeken naar de morfologische en histologische eigenschappen van de alternatieven en het capitellum. Hieruit blijkt dat ook vanuit histologisch oogpunt (o.a. kraakbeendikte) beide alternatieven sterke overeenkomsten laten zien met het capitellum. Mogelijk bieden deze twee donorplaatsen in de toekomst een alternatief bij patiënten met gevorderde OCD.
 
Rens Bexkens promoveerde op 23 januari 2019 aan de Universiteit van Amsterdam.

 

Lees het proefschrift.