Dinsdag 11 augustus 2015

Optimalisatie van trainingsmodaliteiten voor hart- en obesitaspatiënten

De prevalentie van obesitas en de incidentie van hartziekten nemen in de Westerse maatschappij alarmerende proporties aan. Fysieke training is voor deze patiënten van groot belang. Voor hartpatiënten is een stijging van de maximale zuurstofopname (VO2peak) door training van primair belang om de mortaliteit te reduceren, terwijl voor obesitaspatiënten een daling van vetmassa door training prevaleert.
Overzicht, verschenen in Geneeskunde & Sport, 39, 4, 2006. Auteurs: D. Hansen, P. Dendale, L.J.C. van Loon, R. Meeusen. Trefwoorden: duurtraining, overgewicht, fitheid, maximale zuurstofopname

De prevalentie van obesitas en de incidentie van hartziekten nemen in de Westerse maatschappij alarmerende proporties aan. Fysieke training is voor deze patiënten van groot belang. Voor hartpatiënten is een stijging van de maximale zuurstofopname (VO2peak) door training van primair belang om de mortaliteit te reduceren, terwijl voor obesitaspatiënten een daling van vetmassa door training prevaleert. In deze review zullen de effecten van verschillende trainingsmodaliteiten op bovengenoemde factoren bij deze populaties beschreven worden. Duurtraining bij obesitaspatiënten leidt niet tot een extra gewichtsverlies tijdens calorierestrictie, ondanks het extra calorieverbruik. Er zijn echter vele secundaire gezondheidsbevorderende effecten vastgesteld, zeer specifiek als gevolg van training. Daarnaast kan het uitblijven van extra gewichtsverlies ten gevolge van training tijdens calorierestrictie mogelijk aan de toegepaste trainingsmodaliteiten liggen. Zo werd er een belangrijk effect van programmaduur en calorisch verbruik tijdens training op vetmassaverlies vastgesteld. Daarentegen zijn er geen effecten van trainingsintensiteit en toevoeging van krachttraining op vetmassaverlies vastgesteld tijdens calorische restrictie. Wanneer zich eenmaal een hartprobleem heeft gemanifesteerd, verschuift het accent van training naar maximale stijging van de VO2peak. Training bij hartpatiënten leidt tot een belangrijke toename van de VO2peak. Maar het is zeer waarschijnlijk dat het optimaliseren van trainingsmodaliteiten van groot belang is om de VO2peak op een efficiënte wijze te doen stijgen. Een hogere trainingsintensiteit heeft geen invloed op toename van de VO2peak, maar wel op de anaërobe drempel (AT). Een langere programmaduur geeft een sterkere toename van VO2peak, net zoals een hogere trainingsfrequentie. Of extra krachttraining positieve effecten heeft op de VO2peak moet nog onderzocht worden, hoewel er positieve effecten zijn op anaërobe drempel. Onderzoek naar optimalisatie van trainingsmodaliteiten voor hart- en obesitaspatiënten is vereist.