Vrijdag 11 september 2015
Opnieuw een proefschrift gewijd aan de tenniselleboog. Is dat zinvol? Het antwoord kan bevestigend zijn, om twee redenen. In de eerste plaats leidt een tenniselleboog, landelijk gezien, tot fors ziekteverzuim, en in de tweede plaats is men het nog steeds niet eens over de beste aanpak. Op basis van zijn eigen onderzoek, een gerandomiseerde klinische trial, concludeert Struijs dat in vergelijking met ‘standaard- ’fysiotherapie een brace rond de spierbuiken van de polsextensoren nuttig kan zijn. Een gunstig effect werd echter uitsluitend gezien in het begin van de aandoening (na zes weken) en slechts in één opzicht: minder beperking van dagelijkse activiteit. Op basis van andere criteria had een brace juist een negatief effect. Gegevens verkregen via echografie bleken geen voorspellende waarde te hebben voor het effect van behandeling (brace, fysiotherapie of de combinatie). Een interessante aanvulling betrof manipulatie van de pols, uitgaande van de gedachte dat een blokkade in de carpalia oorzaak zou kunnen zijn van een tenniselleboog. Op korte termijn (na drie en zes weken) bleek manipulatie opvallend effectief in vergelijking met ‘standaard’fysiotherapie. Echter, mede gezien het beperkte aantal patiënten raadt Struijs zelf aan voorlopig niet al te veel betekenis aan dit effect te hechten. Opnieuw de vraag, wat te doen bij een tennis elleboog? Afwachtend beleid. Voordat wetenschappers en behandelaars het eens zullen worden over ‘de’ aanpak zal echter nog veel ingenieus en grondig wetenschappelijk onderzoek nodig zijn. Publicatie proefschrift: On the treatment of tennis elbow, Academisch Proefschrift, Amsterdam, 2002, ISBN 90 90 15 96 49