Donderdag 24 september 2020
Introductie:
Het moderne veldhockey wordt gekenmerkt door explosieve versnellingen en snelle richtingsveranderingen in diepe heupflexie. Heup- en liesblessures vormen door deze intensieve belasting een belangrijke groep blessures binnen de veldhockeysport.1, 2 Reducties in heup adductiekracht en adductie/abductie-ratio zijn bewezen, belangrijke risicofactoren voor het ontwikkelen van heup- en liesblessures in andere veldsporten.3 Monitoring van spierkracht en de vergelijking ervan met normaalwaarden draagt bij aan zowel het vroegtijdig opsporen van heup- en liesproblemen alsook het bepalen van progressie in het revalidatietraject. Normaalwaarden voor adductie- en abductiekracht lijken te verschillen tussen sporten en zodoende ook het risicoprofiel voor het ontwikkelen van heup- en liesblessures.4,5 Voor zover bekend zijn er geen normaalwaarden en risicoprofielen bekend voor de hockeysport. Het doel van dit onderzoek was het opstellen van normaalwaarden voor adductie- en abductiekracht en range of motion van de heup bij hockeyers. Daarnaast werd gekeken naar de invloed van leeftijd, beendominantie, speelpositie, speelniveau en de aanwezigheid van heup- en liesklachten op deze normaalwaarden.
Methoden:
In dit cross-sectionele onderzoek werden mannelijke hockeyers (n = 104) afkomstig uit de Nederlandse Hoofd- (elite), Promotie- (sub-elite) en Overgangsklasse (amateur) geïncludeerd op basis van de volgende criteria: 18-40 jaar, ≥ 3 hockeytrainingen per week plus een wedstrijd in het weekend en in staat om volledig deel te nemen aan trainingen en wedstrijden. Er werd een algemene vragenlijst afgenomen naar spelerspecifieke eigenschappen en heup- en liesklachten. Vervolgens werden spelers fysiek getest op excentrische adductie- en abductiekracht, adductor squeeze kracht, endo- en exorotatie en ‘bent knee fall out’ flexibiliteit.
Resultaten:
Normaalwaarden voor heup adductie- en abductiekracht en range of motion waren: adductiekracht = 2,8 ± 0,4 Nm/kg, abductiekracht = 2,6 ± 0,4 Nm/kg, adductie/abductie-ratio = 1,1 ± 0,2, adductor squeeze kracht = 4,5 ± 0,8 N/kg, endorotatie = 34˚ ± 11˚, exorotatie = 47˚ ± 9˚ en bent knee fall out = 15 ± 4 cm. Er werd geen klinisch relevante invloed gevonden van leeftijd, beendominantie, speelpositie, speelniveau en de aanwezigheid van heup- en liesklachten op deze normaalwaarden.
Conclusie:
Dit onderzoek presenteert normaalwaarden voor adductie- en abductiekracht en range of motion van de heup voor mannelijke veldhockeyers. Normaalwaarden blijken te verschillen tussen sporten. De gepresenteerde normaalwaarden kunnen gebruikt worden als risicoprofiel in de preventie en therapie van heup- en liesblessures bij mannelijke veldhockeyers.
Link naar het originele artikel
Referenties: