Donderdag 28 juli 2016

Medische problemen bij Start to run loopprogramma

Hardlopen is een populaire sport, sterk gepromoot via de media. Het doel van de huidige studie is om de medische problemen bij beginnende hardlopers te inventariseren.
Wetenschappelijk onderzoek verschenen in Sport & Geneeskunde, 5, 2011. T. Dooms, J.L. Gielen, D. Vissers, L. Dossche, J. Roeykens. Trefwoorden: start to run, hardlopen, beginnend hardloper, orthopedische problemen,

Samenvatting

Hardlopen is een populaire sport, sterk gepromoot via de media. Het doel van de huidige studie is om de medische problemen bij beginnende hardlopers te inventariseren. Hiertoe is een vragenlijst gestuurd aan deelnemers van een Start to run-programma. Van de respondenten heeft 56,8% minstens één medisch probleem in de loop van de trainingsperiode, in 77% van de gevallen veroorzaakt door het lopen zelf. Deze problemen zijn in hoofdzaak locomotorisch, gelokaliseerd in de onderste ledematen, maar ook andere problemen worden gemeld.
Bij het begin van de training stelt elke deelnemer zich een persoonlijk doel: een bepaalde afstand lopen, conditie verbeteren, vermageren. Alle respondenten die hun doel niet bereiken, geven aan dat de oorzaak hiervan geheel of gedeeltelijk medisch is. Medische opvolging in de periode van de looptraining kan belangrijk zijn als preventie of om vroegtijdig een diagnose te stellen, en evolutie naar ernstige pathologie te voorkomen. Een interventiestudie wordt geadviseerd om te verifiëren of de de kans om het einddoel te bereiken belangrijk toeneemt wanneer er geen medische problemen optreden.

Abstract

Running is a popular sports activity which is actively promoted by popular media. We studied the medical problems experienced by novice runners. A questionnaire was sent to the participants of a Start-to-Run program. Of the responding participants 56,8% experienced at least one medical problem during the training period; 77% of these were caused by the activity of running. The reported problems were predominantly musculoskeletal and located at the lower limb, however other problems were reported as well.
At the start of the program, each participant defined a personal goal: either reaching a specific running distance, general condition improvement, or weight loss. Not achieving that goal was in all cases at least partially attributed to medical problems. A medical follow-up during the training period can be important for injury prevention or to detect problems in an early stage and prevent the evolution to more severe pathologies. Future interventions studies should be performed to investigate if the chance of achieving the personal goal increases when medical problems are absent.

Inleiding

Ter verbetering van de fitheid en gezondheid worden allerlei sportprogramma’s opgestart. Hardlopen is gemakkelijk uitvoerbaar, kost relatief weinig, en kan vrijwel overal beoefend worden. Deze sport wordt ook via de media sterk gepromoot.
Voor beginnende hardlopers worden loopprogramma’s uitgeschreven. Deze worden verspreid en gecommercialiseerd via boeken1,13,14, I-pods, websites, tv-programma’s. In België is het populairste loopprogramma “Start to run”.1 Het is een vast loopprogramma, waarbij geen rekening wordt gehouden met individuele factoren zoals trainingstoestand, leeftijd, geslacht, lichaamsgewicht, medische voorgeschiedenis, professionele activiteit. Men gaat ervan uit dat iedereen in staat is om dit trainingsprogramma te volgen.
In de literatuur zijn, tot op heden, slechts enkele studies gepubliceerd over medische problemen bij beginnende lopers. Deze studies zijn beperkt tot orthopedische problemen, “blessures” genoemd, waarbij men minstens één dag niet of niet volledig kon trainen.
Bartholomeeusen2 volgde 141 beginnende lopers gedurende een tien weken durend trainingsschema. Vierentwintig procent van de deelnemers ontwikkelde een letsel, waarvan 13% om deze reden stopte met lopen.
In de Gronorun-studie3 werden 629 beginnende lopers gevolgd die zich voorbereidden op de 4 mijl van Groningen. Vrijwel 26% van de deelnemers raakte minstens éénmaal geblesseerd. In een vervolgonderzoek bij 532 lopers4 werden twee trainingsschema’s vergeleken en werd een blessure meegerekend indien de deelnemer drie keer of vaker niet kon trainen. Twintig procent van de hardlopers liep een dergelijke blessure op, ongeacht of ze het trainingsschema van 8 of van 13 weken volgden.

Medische problemen bij beginnende lopers zijn frequent, doch zijn niet vaak het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Bij de aanbeveling van looptraining voor de algemene bevolking, bestaat weinig aandacht voor dit hoge letselrisico.
Doel van de huidige studie is om te inventariseren welke medische problemen tijdens een looptrainingsprogramma’s zoals “Start to run”, optreden.

Er is in deze studie bewust gekozen voor het begrip “medische problemen”, en niet enkel, zoals in de meeste studies, voor het begrip “blessure”, in de literatuur2,3,4 gedefinieerd als een orthopedische klacht waarvoor betrokkene minstens één dag stopt met trainen. Ervaring in de praktijk leert dat velen, ondanks klachten, toch verder trainen. De studie beperken tot de klachten waarvoor men stopt met trainen, onderschat dus wellicht de medische problemen.

Methode

In een ziekenhuis met meer dan 2000 personeelsleden werd aan het personeel de kans gegeven om een hardlooptrainingsprogramma “Start to run” te volgen. De trainingen waren vooral gericht op onervaren lopers. Het algemeen vooropgestelde doel was om een jaar na de start van de trainingen, de populaire loopwedstrijd “Antwerp 10 miles” te lopen. Elke deelnemer stelde zich een individueel doel zoals 5 km, 10 km, 10 mijl of marathon lopen, verbeteren van de conditie en/of afslanken.

In het voorjaar 2008 meldden zich 257 geïnteresseerde personeelsleden. De trainingen startten in mei 2008. Het loopschema, beschikbaar via de webstek van het ziekenhuis, was opgedeeld in fasen (voor 0 tot 5 km het groepsschema van “Start to run”, vanaf 5 km tot 10 mijl een groepsschema opgesteld door de trainers). In het trainingsschema werden wekelijks drie loopmomenten gepland. Wekelijks werd één begeleide training met een trainer georganiseerd. De trainer volgde het bekende loopschema van de webstek, maar paste dit in een aantal gevallen aan de mogelijkheden van de deelnemer aan. Er was geen verplichting om de begeleide trainingen te volgen.

Uitgaande van wat reeds in de literatuur beschreven is in verband met medische problemen bij lopers5-24 en uitgaande van eigen waarnemingen in de praktijk, werd een vragenlijst opgesteld.

In juni 2009 werd de vragenlijst bezorgd aan de deelnemers. In juli en augustus 2009 werd een e-mail gestuurd als herinnering. Tweeëntwintig personen konden niet bereikt worden omdat ze niet meer werkzaam waren in het ziekenhuis (schema 1).
Alle respondenten gaven een informed consent voor het verwerken van de gegevens.
Het onderzoek werd goedgekeurd door de ethische commissie van het ziekenhuis.

Vragenlijst

De vragenlijst verzamelde gegevens over demografische factoren, het persoonlijk doel van de deelnemer, de kenmerken van de training, en over medische problemen in de periode van deelname aan de training.
In dit artikel worden de resultaten besproken van:

  • de demografische factoren, leeftijd, geslacht, activiteitsniveau van het beroep;
  • het persoonlijk doel, beoogde afstand (5 km, 10 km, 10 mijl, marathon), verbeteren van de conditie, afslanken, andere;
  • de medische problemen en voorgeschiedenis, aard (orthopedisch, respiratoir, cardiovasculair, hoofdpijn, gastro-intestinaal, huid, extreme vermoeidheid, andere), ontstaanswijze, consequenties (consultatie bij een arts, behandeling, tijdelijk of definitief stopzetten van de training, ziekteverlof omwille van deze klacht), verband met het lopen.

Statistische analyse

De gegevens worden verwerkt in Excel 2003 en SPSS 16. Beschrijvende statistiek geeft de percentages en gemiddelden voor alle onderzochte items. Ongepaarde t-test wordt toegepast op de demografische gegevens (statistische significantie p<0,05).

Resultaten

Eind augustus 2009 werden 102 correct ingevulde vragenlijsten verzameld (zie schema 1).

De demografische gegevens

De demografische gegevens van de respondenten zijn samengevat in tabel 1. Eenentwintig mannen en 81 vrouwen hebben de vragenlijst beantwoord. De leeftijd van de respondenten ligt tussen 24 en 63 jaar, met een gemiddelde van 43,8 jaar voor mannen en 42,2 voor vrouwen. De lichaamslengte varieert tussen 151 en 193 cm, gemiddeld 178,5 cm voor mannen en 166,3 cm voor vrouwen. De BMI ligt tussen 18 en 34, met een gemiddelde van 24,3 voor mannen en 22,8 voor vrouwen. De lichaamslengte en BMI zijn significant verschillend tussen beide geslachten (ongepaarde t-test: p-waarde BMI= 0,012, p-waarde lichaamslengte< 0,001)

Duur van de training

De duur van de trainingsperiode varieert tussen 1 maand en 12 maanden, met een gemiddelde van 6 maanden. Twaalf deelnemers (12%) stoppen definitief met trainen om medische redenen, 18 (18%) onderbreken hun training tijdelijk.

Medische problemen

Achtenvijftig respondenten (57%) hebben medische problemen in de periode van de looptraining. Het zijn voornamelijk blessures van het bewegingsapparaat (90%). Enkele lopers signaleren ook andere medische problemen (zie figuur 1).

De orthopedische problemen, waarvan de respondenten aangeven dat het lopen de oorzaak is, lokaliseren zich in 91% van de gevallen in de onderste ledematen, maar ook in andere regio’s treden er klachten op (tabel 2).

Drieëntwintig respondenten met een orthopedisch probleem, die hiervoor een arts hebben geraadpleegd, vermelden een diagnose. Zes personen (12%) ontwikkelen een stressfractuur. Andere diagnosen zijn botoedeem (1), meniscusscheur (1), bursitis heup(1), shin splints (3), iliotibiaal frictiesyndroom (1), achillespeesproblemen (3), frozen shoulder (1), luxatie van de enkel (1), andere spier- en peesproblemen (6).

Vijfenveertig respondenten (78%) leggen de oorzaak van het medisch probleem bij het lopen zelf. In 38 gevallen (66%) ontstaan de klachten geleidelijk. Vierendertig deelnemers (59%) consulteren hiervoor een arts, 31 (53%) krijgen een behandeling. Bij 25 van hen (43%) deed hetzelfde probleem zich reeds voor in het verleden.

Persoonlijk doel van de deelnemer

Het algemeen vooropgesteld doel van de looptraining is deelnemen aan de Antwerp 10 miles. Het verloop van de training is opgesplitst in deeldoelen. Elke deelnemer kiest voor zichzelf een eigen doel. Een kwart van de respondenten stelt zich als doel 5 km te lopen, 7 respondenten 10 km, een derde 10 miles en 2 respondenten willen zich voorbereiden op een marathon. Vierenveertig respondenten (43%) hopen hun conditie te verbeteren, en 5 respondenten (5%) lopen om gewicht te verliezen. Dertig (29%) deelnemers houden zich meerdere doelen voor ogen.

Medische problemen in relatie tot het persoonlijk doel

Tabel 3 toont de resultaten van het aantal medische problemen in relatie tot het vooropgestelde persoonlijke doel.
Vijfenvijftig respondenten (54%) lopen de gekozen afstand, in 22 (22%) gevallen ondanks het bestaan van medische problemen. Vierentwintig (24%) respondenten slagen er niet in de gekozen afstand te lopen.
Van de 44 respondenten die een verbetering van hun conditie beogen, hebben 25 (25%) personen dit doel subjectief bereikt, 19 (19%) niet.
Bij alle deelnemers met een medisch probleem is dit probleem de reden of een van de redenen waarom het doel niet is gehaald (tabel 4).

Discussie

Het personeel van een ziekenhuis kreeg de kans om een hardlooptrainingsprogramma “Start to run” te volgen met als doel een jaar later de 10 miles van Antwerpen te lopen. Het voorgestelde loopprogramma is een vast schema. Aan alle voor de looptraining ingeschreven deelnemers werd een vragenlijst bezorgd na de datum van de Antwerp 10 miles, welke door 102 deelnemers ingevuld geretourneerd werd. De response rate van 43% is lager dan verwacht. Bij de interpretatie van de gegevens dient hiermee rekening gehouden te worden. Mogelijk is het aantal mensen met medische problemen nog groter.

Medsiche problemen komen bij beginnende lopers frequent voor en zijn in een aantal gevallen ernstig genoeg om de training tijdelijk of definitief te stoppen

Bijna twee derde van de respondenten kreeg medische problemen in de periode van de looptraining. In de literatuur zijn de cijfers van loopletsels sterk verschillend, afhankelijk van de gebruikte definitie. In de meeste studies hanteert men het begrip “blessure”, een klacht waarvoor de training één of meerdere dagen gestopt wordt. In de huidige studie werden alle klachten geregistreerd. De frequentie van deze klachten is hierdoor mogelijk hoger dan in vergelijkbare studies bij beginnende lopers2,3,4. Het lijkt dus belangrijk zich niet te beperken tot het begrip “blessure” zoals het tot nu toe wordt gebruikt. Alle respondenten met een medisch probleem, die hun persoonlijk doel niet bereikten, gaven aan dat het medisch probleem hiervoor de oorzaak was.

De klachten waren meest frequent orthopedisch van aard (90%), maar in enkele gevallen waren er ook cardiovasculaire, gastro-intestinale, neurovegetatieve en respiratoire problemen. Uit deze studie blijkt dat, bij beginnende lopers, behalve naar orthopedische problemen, ook naar andere klachten gevraagd zou moeten worden. De ernst van de klachten werd ingeschat op basis van de consequentie ervan, tijdelijk of definitief stoppen met trainen, consultatie bij een arts en/of behandeling. Uit genoemde resultaten kunnen we afleiden dat de medische problemen bij beginnende lopers soms ernstig kunnen zijn.

De lokalisatie van de klachten varieerde sterk van persoon tot persoon. Frequent werden klachten beschreven in meerdere regio’s. Zoals in de literatuur beschreven , zijn, ook in deze studie, klachten van de onderste ledematen frequent, met de knie als belangrijkste probleemzone. Ook klachten van de lage rug, nek en schouder werden gemeld. Het is dus belangrijk, bij medische opvolging van beginnende lopers, ook deze klachten te bevragen.

In 66% van de gevallen ontstonden de klachten geleidelijk. Bijna de helft van de respondenten had dezelfde klacht in het verleden al gehad. Dit werd eerder ook in andere studies aangetoond.3,5,11,23 Op basis hiervan kunnen we vermoeden dat een voorafgaand medisch onderzoek, met een zorgvuldige anamnese van letsels die door het lopen beïnvloed kunnen worden, en een medische opvolging tijdens de periode van de looptraining, belangrijk kunnen zijn om deze letsels te voorkomen of hun evolutie naar ernstige letsels tegen te gaan. Desalniettemin dient deze aanname in een interventiestudie te worden geverifieerd, omdat uit onze huidige data niet kan worden afgeleid dat de kans om wel het einddoel te bereiken belangrijk toeneemt wanneer er geen medische problemen optreden.

Besluit

Medische problemen komen bij beginnende lopers frequent voor en zijn in een aantal gevallen ernstig genoeg om de training tijdelijk of definitief te stoppen. Medische screening en opvolging kan mogelijk belangrijk zijn als preventie of om vroegtijdig een diagnose te stellen en evolutie naar een ernstige pathologie te voorkomen. Hierbij mag men zich niet beperken tot het bewegingsstelsel.

Literatuur

  1. Start to run met Evy Gruyaert. uitg Lannoo Tielt 2007
  2. Bartholomeeusen K. Is the Novice runner at risk? Proefschrift Brussel 2006
  3. Buist I, Bredeweg SW, Bessem B, Van Mechelen W, Lemminck KA, Diercks RL Incidence and risk factors of Running-Related Injuries during preparation for a four-mile recreational running event. Br. J. Sports Med. 2008 May 16
  4. Buist I, Bredeweg SW. van Mechelen W., Lemminck KA, Pepping GJ, Diercks RL No effect of a graded training program on the number of running-related injuries in novice runners: a randomised controlled trial. Am. J. Sports Med. 2008 Jan;36(1:33
  5. Taunton JE, Ryan MB, Clement DB, McKenzie DC, Lloyd-Smith DR, Zumbo BD A retrospective case-control analysis of 2002 running injuries. Br. J. Sports Med. 2002 Apr; 36(2): 95-101
  6. Taunton JE, Ryan MB, Clement DB, McKenzie DC, Lloyd-Smath DR, Zumbo BD A prospective study of running injuries: the Vancouver Sun Run “In Training” clinics Br. J. Sports Med. 2003 Jun; 37(3):239-44
  7. Satterthwaite P, Larmer P, Gardiner J, Norton B Incidence of injuries and other health problems in the Auckland Citibank marathon. Br. J; Sports Med. 1996 Dec; 30(4):324-6
  8. Walther M, Reuter I, Leonhard T, Engelhardt M Verletzungen und Uberlastungsreaktionen im Laufsport. Orthopaede 2005:34:399-404
  9. Ballas MT, Tytko J, Cookson D Common overuse running injuries: diagnosis and management Am. Fam. Physician 1997 may 15;55(7): 2473-84
  10. Hretjac A Impact and overuse injuries in runners. Med Sci Sports Exerc 2004 may; 36 (5): 845-9
  11. Satterthwaite P, Norton R, larmer P, Robinson E Risk factors for injuries and other health problems sustained in an marathon. Br. J. Sports Med. 1999;33: 22-26
  12. Van Gent RN, Siem D, Van Middelkoop M, Van Os AG, Bierme-Zeinstra SMA, Koes BW Incindence and determinants of lower extremity running injuries in long distance runners: a systematic review. Br. J. Sports Med. 2007;41: 469-480
  13. Barrios DS Loopblessures voorkomen. Het Spectrum Utrecht 2006
  14. Kamminga T. Hardlopen zonder blessures. Elsevier Maarssen 2000
  15. McKean KA Neurologic running injuries. Phys. Med. Rehabil. Clin N Am, 2009 feb; 20(1):249-62
  16. Zwerver J, Bessem B, Buist I, Diercks RL De waarde van preventieve adviezen en keuringen bij beginnende hardlopers met het oog op cardiovasculaire gebeurtenissen en blessures. Ned Tijdschr Geneeskd 2008 Aug; 152 (33) 1825-30
  17. Hoch AZ, pepper M, Akuthota V Stress fractures and bone injuries in runners. Phys. Med. Rehab. Clin N Am 2005 Aug; 16 (3):749-77
  18. Warren BL Plantar fasciitis in runners. Treatment and prevention. Sports med 1990 Nov;10(5):338-45
  19. Ter Steege RWF, Kolkman JJ, Huisman AB, Geelkerken RH Maag-darmischemaie tijdens lichamelijke inspanning als oorzaak van gastro-intestinale klachten Ne.Tijdschr geneesk 2008 Aug; 153(33): 1805-08
  20. Fries JP, Singh G, Morfeld D, Hubert HB, Lane NE, Brown BW Jr Running and the development of disability with age. Ann Intern Med 1994 IOct 1; 121(7):502-9
  21. Thijs Y, De Clercq D, Roosen P, Witvrouw E Gait-related intrinsic risk factors for patellofemoral pain in novice recreational runners. Br J Sports med, 2008 Jun;42(6): 466-71
  22. McKenzie DC, Clement DB, Taunton JE Running shoes, orthotics, and injuries Sports Med 1985 Sep-Oct, 2(5): 334-47
  23. Tonoli C, Cumps E, Aerts I, Verhagen E, Meeusen R Incidence, risk factors and prevention of running related injuries in long-distance running: a sytematic review. Sport en geneesk 2010 Dec; (5:12-18