Maandag 03 augustus 2015
Fysieke training wordt tegenwoordig wereldwijd geaccepteerd en toegepast als aanvullende therapie bij de behandeling van Chronisch Hartfalen (CHF). Er zijn positieve effecten beschreven van fysieke training op de inspanningstolerantie, de kortademigheid en de kwaliteit van leven. Hoewel fysieke training wordt aanbevolen bij de behandeling van CHF, is het nog verre van duidelijk via welke mechanismen de gunstige effecten van training verlopen.
Om die reden werd in december 1999 gestart met het onderzoek 'Training, insulinegevoeligheid en de anabole/katabole balans bij chronisch hartfalen". Het doel van dit (gerandomiseerd gecontroleerd) onderzoek was om "bij CHF het effect vast te stellen van geschikte vormen van fysieke training op insulinegevoeligheid en hiermee geassocieerde functies". Dit onderzoek heeft twee onderzoekslijnen: één gericht op de rol van insulinegevoeligheid, de andere lijn richt zich op functionele parameters van de skeletspieren, inclusief spiermassa, en de anabole/katabole balans. Het onderzoek heet 'CHAIR-studie', dit is het acroniem voor: Chronisch Hartfalen, Activiteit en InsulineResistentie-studie. De resultaten zijn beschreven in twee proefschriften, het onderhavige proefschrift (CHAIR-study part I) en het proefschrift van P.J. Senden (CHAIR-study part II).