Vrijdag 20 juli 2018
Liespijn is een veelgehoorde klacht bij atleten, vooral bij voetballers. Ondanks deze klachten blijven de meeste atleten doorspelen met heup- en liesgerelateerde symptomen (weinig sportuitval), waardoor deze blessureproblematiek waarschijnlijk wordt onderschat. Het proefschrift van Igor Tak beschrijft de betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid van de Nederlandse versies van de Hip and Groin Outcome Score (HAGOS) en de iHOT-33. Dit zijn specifieke patiëntgerapporteerde uitkomstmaten (PROs) in de vorm van vragenlijsten, die de gezondheidstoestand en de ervaren klachten in kaart brengen.
Er is een diversiteit aan definities van liespijn en blessures, maar er is ook veel diversiteit bij het meten van de beweeglijkheid van de heup (ROM). Studies in dit proefschrift laten zien dat sporters met liespijn een lagere totale heup rotatie ROM hebben dan sporters zonder liespijn. Het ontbreekt aan discriminerend vermogen om sporters te screenen op liesblessurerisico. Wel laat een van de studies in dit proefschrift zien dat een lagere heup ROM werd gevonden bij atleten met een hoger klachten niveau (lagere HAGOS score), onafhankelijk van cam morfologie (minder spherische femor kop). Ook ervaren de spelers die een liesblessure hebben waardoor ze sportuitval hadden meer klachten als ze weer aan het spelen zijn. Cam morfologie komt vaak voor bij atleten en geeft een verhoogde kans op heupartrose. Het doet zich voor wanneer de groeischijven nog open zijn. Voetballers die op 12-jarige leeftijd ≥4 keer per week spelen hebben een hogere prevalentie van cam morfologie dan spelers die dat op latere leeftijd doen.
In het proefschrift wordt ook onderzoek gedaan naar de heup ROM in relatie tot de tot biomechanica van de maximale voetbaltrap. Spelers met liespijn vermijden maximale trappen. De resultaten laten zien dat de biomechanische vereisten met betrekking tot ROM van de heup essentieel zijn tijdens de backswing van de voetbaltrap. De backswing wordt gekarakteriseerd door extensie en rotatie van meerdere gewrichten, terwijl in klinisch onderzoek vaak alleen flexie en extensie van het heupgewricht worden onderzocht. Voor de beoordeling van heup ROM bij voetballers met liespijn zouden de intersegmentale verbindingen van been, heup en romp gemeten moeten worden. Een manuele interventie van de adductoren en het betrekken van de atleet bij besluitvorming over de terugkeer naar sport kunnen bruikbaar zijn voor sporters met een liesblessure.
Igor Tak promoveerde op 20 september 2017 aan de Universiteit van Amsterdam.