Dinsdag 28 juli 2015
Fysiologische respons tijdens tennis en hardlopen bij gelijke zuurstofopname, een vergelijkend onderzoek.
Het doel van het onderzoek was het vergelijken van een aantal fysiologische processen tijdens tennissen en hardlopen bij een zelfde zuurstofopname. Het onderzoek bestond uit twee gedeelten met een week tussentijd. In het eerste gedeelte speelden twaalf senioren van de Duitse nationale ranglijst een twee uur durende enkelspelwedstrijd. De gemiddelde zuurstofopname tijdens het tennissen was bij de vrouwen 23.1 (3.1) ml•kg-1•min-1 en bij de mannen 25.6 (2.8) ml•kg-1•min-1. De zuurstofopname werd gemeten met een draagbaar spirometertelemetrisch systeem en kwam overeen met 56% (vrouwen) respectievelijk 54% (mannen) van hun maximale zuurstofopname. In het tweede gedeelte werden de gegevens van de relatieve zuurstofopname tijdens het tennissen gebruikt om een zelfde belasting te verkrijgen tijdens twee uur hardlopen op de loopband. Hartslag, lactaat, glucose en het respiratoir quotiënt waren tijdens tennissen significant hoger dan tijdens hardlopen. De serumspiegels van de vrije vetzuren namen tijdens beide belastingsvormen significant toe, maar ze verschilden niet in beide belastingsvormen na twee uur. Adrenaline- en noradrenaline-uitscheiding in de urine waren na tennissen hoger dan na hardlopen. Deze bevindingen wijzen erop dat tijdens het tennissen een groter beroep wordt gedaan op de glycolyse en de glycogenolyse dan tijdens het hardlopen. Ook neemt de overall sympathoadrenale activiteit tijdens het spelen van een tennniswedstrijd meer toe dan tijdens continu hardlopen bij een zelfde gemidelde zuurstofopname.
