Woensdag 26 augustus 2015

Een 23-jarige voetballer met een miskende Cedell fractuur. Een casus met literatuurbespreking

De Cedell fractuur, een avulsiefractuur van de posteromediale zijde van de talus is zeldzaam en wordt gemakkelijk beoordeeld als een eenvoudig mediaal enkelbandletsel. Conventionele radiologie kan misleidend zijn, waarbij de fractuur op een os trigonum lijkt of geheel gemist wordt. Een CT-scan is het aangewezen diagnostisch middel.
Casuïstiek, verschenen in Sport& Geneeskunde, 1, 2012. L.D. Loozen, A.C. van de Krans, G. Stapper, F.J.G. Backx. Trefwoorden: Cedell fractuur, avulsiefractuur, diagnostiek, enkelfractuur, tuberculum mediale, processus posterior, pronatie, dorsaalflexie, pronatietrauma, dorsaalflexietrauma, zeldzaam

Samenvatting

De Cedell fractuur, een avulsiefractuur van de posteromediale zijde van de talus is zeldzaam en wordt gemakkelijk beoordeeld als een eenvoudig mediaal enkelbandletsel. Conventionele radiologie kan misleidend zijn, waarbij de fractuur op een os trigonum lijkt of geheel gemist wordt. Een CT-scan is het aangewezen diagnostisch middel. Open reductie met interne fixatie van het botfragment op de talus is de optimale behandeling. Bij een lang bestaande miskende fractuur geeft excisie van het botfragment met de callus de beste functionele uitkomst.

Abstract

The Cedell fracture, an avulsion fracture of the posteromedial side of the talus is rare and easily missed, and could be diagnosed as a simple medial ankle sprain. Conventional radiology can be misleading. The fracture can be missed or assessed as an os trigonum. A CT scan is the appropriate diagnostic tool. Open reduction with internal fixation of the bone fragment to the talus is the optimal treatment. In a longstanding unrecognized fracture, excision of the bone fragment with the callus gives the best functional outcome.

Casus

Een 23-jarige recreatieve voetballer werd gezien  met een hard aanvoelende zwelling aan de binnenachterzijde van de linker enkel. Bij navraag bleek deze verhevenheid enkele maanden geleden te zijn ontstaan na een fiks inversie- en plantairflexietrauma. Tijdens zijn herstel werd de patiënt door de fysiotherapeut behandeld voor lateraal bandletsel. Hierbij lag de focus van de behandeling op ontzwelling en verbetering van de actieve stabiliteit door middel van oefentherapie. De enkel verbeterde qua functie, maar de pijn en harde zwelling aan de binnenachterzijde van de enkel bleven aanwezig. Hij had daarom al maanden niet meer pijnvrij kunnen voetballen.
Recentelijk was hij opnieuw bij een misstap op straat door zijn enkel gegaan, maar nu betrof het geen supinatie- maar een pronatietrauma. Daardoor was de enkel nog pijnlijker geworden en dit belemmerde zijn dagelijkse (werk)activiteiten.
Bij lichamelijk onderzoek was een borrelnootgrote beenharde zwelling met een doorsnede van 1 cm aan de posteromediale zijde van de enkel zichtbaar, net posterieur van de malleolus medialis. Actieve en passieve dorsaalflexie waren beperkt. Slagpijn in hyperplantair flexiestand was hevig pijnprovocerend.

Aanvullende röntgenfoto’s lieten een botfragment zien uitgaande van de processus posterior van de talus (figuur 1). Bij CT-onderzoek werd een gedeeltelijk in malunion geconsolideerde avulsiefractuur van de talus gezien, net mediaal van de tarsale tunnel (figuur 2 en 3). Hierop heeft er zes maanden na het initiële trauma een excisie plaatsgevonden van het hele botfragment via posteromediale benadering. Met fysiotherapie zijn de pijnklachten aan de enkel binnen zes weken verdwenen. Zes weken postoperatief is de bewegingsbeperking verminderd en hyperplantairflexie niet meer pijnlijk.

Bespreking

Fracturen van het tuberculum mediale van de processus posterior van de talus zijn zeldzaam. Cedell beschreef in 1974 vier casus waarin een eversie- en dorsaalflexie trauma resulteerde in een avulsie van de insertie van het posterieure talotibiale ligament op het mediale tuberculum van de processus posterior tali (figuur 4)1. Deze avulsiefracturen worden in eerste instantie vaak gemist en derhalve behandeld als een eenvoudige enkeldistorsie. Ook recente literatuur toont dat deze fractuur vaak over het hoofd wordt gezien, of als os trigonum wordt geduid2,3. Aanhoudende pijn en stagnerend functieherstel zijn goede redenen tot her-evaluatie1. Kennis inzake traumamechanisme, diagnostiek en behandeling van deze zeldzame fractuur is derhalve op zijn plaats. 

Etiologie

De meeste fracturen van het tuberculum mediale van de processus posterior tali (ongeveer 70%) ontstaan door een pronatie- en dorsaalflexietrauma (zie figuur 4). Hierbij komt het posterieure talotibiale ligament onder spanning waardoor een ossaal deel ter plaatse van de aanhechting op de talus avulseert. Deze fractuur is voor het eerst beschreven door Cedell in 19741. Een terugkerend traumamechanisme in de literatuur is de frontale botsing in het autoverkeer. De laterale voetrand staat op het gas- of rempedaal en de voet wordt vervolgens in eversie en dorsaalflexie gedrukt5,6.
In enkele case reports wordt daarentegen een inversie- en plantairflexietrauma gecombineerd met forse compressie als traumamechanisme beschreven. Door compressie ter plaatse van het posteromediale deel van de talus tegen het sustentaculum tali van de calcaneus kan het mediale fragmentje van de talus fractureren6,7. De fractuur in deze casus is het meest waarschijnlijk door dit traumamechanisme ontstaan. Hierna kan het tweede trauma voor een herfracturering hebben gezorgd.
Als laatste oorzaak wordt een direct trauma op de talus beschreven8,9. Men dient alert te zijn op bijkomende fracturen van sustentaculum tali en de laterale malleolus5.
De meeste auteurs scharen alle fracturen van het tuberculum mediale van de processus posterior van de talus onder de naam Cedell fractuur8,10,11. Hierover is discussie mogelijk7. In dit artikel is gekozen om alle fracturen van het tuberculum mediale Cedell fracturen te noemen.

Differentiaal diagnostisch

Het punctum maximum van de pijn is een belangrijk diagnostisch middel om een fractuur te kunnen onderscheiden van een reguliere enkeldistorsie. Een Cedell fractuur kenmerkt zich door pijn en drukpijn aan de posteromediale zijde van de enkel, vlak achter de mediale malleolus, meestal gepaard gaand met een lokale benige zwelling2.  Daarnaast kan het fractuurfragment de nervus tibialis of een tak van de n. tibialis comprimeren. Deze oorzaak van het tarsale tunnel syndroom is evenwel zeldzaam8. De groeve van de flexor hallucis longus pees (FHL) loopt tussen het tuberculum mediale en laterale van de processus posterior van de talus door. Bij een fractuur met dispositie van het botfragment kan de FHL pees tussen de fractuurdelen getrokken worden5. Chirurgische interventie is dan geïndiceerd.
Radiodiagnostisch kan er nog aan een os trigonum gedacht worden. Op de laterale opname kan een Cedell fractuur (volgens Giuffrida et al.12 in 67% van de gevallen) onterecht worden aangezien voor een os trigonum.

Aanvullende diagnostiek

Het mediale tuberculum is kleiner dan het laterale tuberculum van de processus posterior tali. Derhalve is deze moeilijk te zien op een laterale coupe7. Als de voet vanuit de voor-achterwaartse opnamepositie 30 graden in exorotatie wordt gedraaid komt het mediale tuberculum goed in beeld10. Een CT-scan wordt echter als beste methode aangeduid om deze specifieke fractuur in beeld te brengen2,3,13. Tevens kunnen ossale fragmenten de tarsale tunnel comprimeren, leidend tot een tarsaal tunnelsyndroom. Een MRI kan naast een CT enige toegevoegde waarde hebben. Zo kan op de T2 gewogen opnames botoedeem ten gevolge van de fractuur goed in beeld gebracht worden. Daarnaast kunnen de weke delen adequaat beoordeeld worden14.

Therapie

Na het stellen van de diagnose is het moeilijk de juiste therapie te kiezen. Factoren die hierbij meespelen zijn de grootte en verplaatsing van het fragment, het wel of niet betrokken zijn van het talocalcaneale gewricht in de fractuur, patients delay in presentatie en FHL interpositie.
Zonder therapie is de kans op een mal- of nonunion groot doordat krachten via het talotibiale ligament het losliggende botfragment weer lostrekken14.
Kim et al. beschrijven een conservatieve behandeling met 6 weken onbelast onderbeensgips bij twee patiënten met een recente Cedell fractuur (< 1 maand oud)2. Functieherstel na 12 maanden is gemiddeld 95 (op een totaal van 100), gemeten met de Ankle and Hindfoot Scale van de American Orthopaedic Foot and Ankle Society (AOFAS)15.
Andere auteurs hebben ook goed resultaat met gipstherapie3,14 bij een recente fractuur (< 1 maand oud). Er is echter ook een casus beschreven waarin deze conservatieve therapie faalt7.
Bij een Cedell fractuur die: langer dan 2-3 maanden bestaat1, met meer dan 3mm transpositie van het fragment 13,16, interpositie van de FHL14 of intra-articulair verloopt7, lijkt chirurgische interventie de meest aangewezen behandeling.  Open reductie met interne fixatie heeft evenwel de voorkeur5,6,16-18. Bij inadequate therapie is de kans op een mal- of nonunion groot. Er ontstaat callusvorming (zoals in deze casus), waardoor anatomische repositie niet meer mogelijk is. Excisie van het fragmentje lijkt derhalve de therapie van voorkeur1,2,4,7,9. De uitkomst in een kleine serie waarin pas in een laat stadium de fractuur is herkend en excisie van het fragment heeft plaats gevonden, lijkt redelijk. De Ankle and Hindfoot Scale (van de AOFAS) bedraagt na 12 maanden gemiddeld 912.
Om de uitkomst van de behandeling te objectiveren gebruiken de meeste auteurs de VAS score samen met de functie van de enkel11,14,16. Echter lijkt de Ankle and Hindfoot Scale (van de AOFAS) de meest complete uitkomstmaat2.

Conclusie

Een Cedell fractuur is een zeldzame botbreuk die vaak gemist wordt en abusievelijk beoordeeld wordt als een eenvoudige enkeldistorsie of als een os trigonum syndroom. Conventionele opnames kunnen misleidend zijn. Bij persisterende pijn net posterieur van de malleolus medialis dient de onderzoeker alert te zijn op dit type fractuur. Een CT-scan is hierbij het aangewezen diagnostische middel.
Immobilisatie met een gipsverband kan een adequate behandeling zijn als het geavulseerde botfragment minimaal verplaatst is en de fractuur niet doorloopt in de gewrichtsoppervlakken. Open reductie met interne fixatie van het botfragment op de talus is therapie van voorkeur. Bij inadequate therapie is de kans op mal- of nonunion groot.  Excisie van het botfragment met de callusvorming geeft dan een goede functionele uitkomst.

Referenties

  1. Cedell CA. Rupture of the posterior talotibial ligament with the avulsion of bone fragment from the talus. Acta Orthop Scand. 1974;45:454-61.
  2. Kim DH, Berkowitz MJ, Pressman DN. Avulsion fractures of the medial tubercle of the posterior process of the talus. Foot Ankle Int. 2003;24(2):172-5.
  3. Yiannakopoulos CK, Kanellopoulos AD. Case report: Avulsion fracture of the medial tubercle of the posterior process of the talus. Three-dimensional (3D) computed tomography features. The Foot. 2007;17:38-41.
  4. Kim DH, Hrutkay JM, Samson MM. Fracture of the medial tubercle of the posterior process of the talus: a case report and literature review. Foot Ankle Int. 1996;17(3):186-8.
  5. Dougall IW, Ashcroft GP. Flexor hallucis longus tendon interposition in a fracture of the medial tubercle of the posterior process of the talus. Injury. 1997;28:551-2.
  6. Cohen AP, Conroy JL, Giannoudis PV, Matthews SJ, Smith M. Impingement fracture of the posteromedial process of the talus--a case report. Acta Orthop Scand. 2000 Dec;71(6):642-4.
  7. Gutierres M, Cabral T, Miranda A, Almeida L. Fractures of the posteromedial process of the talus. A report of two cases. Int Orthop. 1998;22(6):394-6.
  8. Stefko RM, Lauerman WC, Heckman JD. Tarsal tendon syndrome caused by an unrecognised fracture of the posterior process of the talus (Cedell fracture). A case report. J Bone Joint Surg. 1994;76A:116-8.
  9. Wolf RS, Heckman JD. Case report: fracture of the posteromedial tubercle of the talus secondary to direct trauma. Foot Ankle Int. 1998;19:255-8.
  10. Ebraheim NA, Karkare N, Gehling DJ, Liu J, Ervin D, Werner CM. Use of a 30-degree external rotation view for posteromedial tubercle fractures of the talus. J Orthop Trauma. 2007 Sep;21(8):579-82.
  11. Rogosic S, Bojanic I, Boric I, Tudor A, Srdoc D, Sestan B. Unrecognized fracture of the posteromedial process of the talus--a case report and review of literature. Acta Clin Croat. 2010 Sep;49(3):315-20.
  12. Giuffrida AY, Lin SS, Abidi N, Berberian W, Berkman A, Behrens FF. Pseudo os trigonum sign: missed posteromedial talar facet fracture. Foot Ankle Int. 2003;24:642-9.
  13. Ebraheim NA SM, Podeszwa DA, Jackson WT. Evaluation of process of the talus using computed tomography. J Orthop Trauma. 1994;8:332-7.
  14. O’Loughlin P, Sofka CM, Kennedy JG. Fracture of the Medial Tubercle of the Posterior Process of the Talus: Magnetic Resonance Imaging Appearance with Clinical Follow-Up. HSSJ. 2009;5:161-4.
  15. http://www.aofas.org.
  16. Letonoff EJ, Najarian CB, Suleiman J. The posteromedial process fracture of the talus: a case report. J Foot Ankle Surg. 2002 Jan-Feb;41(1):52-6.
  17. Benmansour MB, Gottin M, Leclercq S, Dintimille H, Dib C, Catonne Y. [Associated fracture of the posteromedial tubercle and the lateral process of the talus: a case report. Contribution of computed tomography]. Rev Chir Orthop Reparatrice Appar Mot. 1999 Nov;85(7):744-8.
  18. Kanbe K, Kubota H, Hasegawa A, Udagawa E. Fracture of the posteromedial tubercle of the talus treated by internal fixation. A report of two cases. Foot Ankle Int. 1995;16:164-6.