Woensdag 26 augustus 2015

Cijferfactsheet - Sportblessures door tennis

Een Cijferfactsheet over sportblessures door tennis, gepubliceerd in 2012, met als doelgroep onderzoekers, intermediairs, beleidsmedewerkers. De Cijferfactsheet is geschreven en uitgegeven door VeiligheidNL.

De Cijferfactsheet "Tennisblessures" voor onderzoekers, intermediairs en beleidsmedewerkers geeft informatie over sportblessures die ontstaan door tennis. Tennis is een populaire sport in Nederland, die jaarlijks door ongeveer 980 duizend Nederlanders wordt beoefend. Het blessurerisico bij tennis (3,1 blessure per 1.000 sporturen) is anderhalf keer zo groot als dat voor alle sporten gemiddeld (1,8 blessure per 1.000 sporturen). Jaarlijks lopen tennissers 210.000 blessures op, waarvan er 86.000 medisch behandeld worden. De kans om op een Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) terecht te komen met een tennisblessure is kleiner dan gemiddeld voor alle sporten. Het aantal SEH-behandelingen vanwege een tennisblessure is in twintig jaar sterk afgenomen. Tennis is een sport voor mannen en vrouwen en jong en oud. Mannen zijn wel in de meerderheid. Dit weerspiegelt zich in de blessurecijfers. Daarin zijn mannen en veteranen in de meerderheid. Ruim een derde van de blessures is geleidelijk ontstaan. Opvallend veel blessures zijn een herhaling van een oude blessure. Tennissers raken vooral geblesseerd aan enkel, knie, schouder en elleboog. Blessures aan de schouder en elleboog ontstaan meestal geleidelijk. Er zijn betrekkelijk veel acute blessures aan onderbenen en achillespezen. Zo worden jaarlijks 90 tennissers via de SEH-afdeling in het ziekenhuis opgenomen met een acute achillespeesblessure. Bij de blessures die op de SEH-afdeling worden behandeld, gaat het in vier procent van de gevallen om oogletsel.