Woensdag 26 augustus 2015
Casus: Op de polikliniek sportgeneeskunde wordt, in het kader van een verplichting vanuit de Betaald Voetbal Organisatie, een 18-jarige profvoetballer voor een Lausannekeuring gezien. Hierbij wordt door een sportarts een afwijkend ECG geconstateerd dat zou kunnen passen bij een cardiomyopathie. Na overleg met de cardioloog wordt een afspraak gemaakt voor een echocardiogram. Bovengenoemde speler is enkele malen niet op komen dagen bij de vervolgafspraken. Het echocardiogram is dan ook nooit verricht. Uiteindelijk is er geen afspraak meer gemaakt en is de profvoetballer dus niet gezien door de cardioloog. Ondertussen heeft hij wel gewoon doorgespeeld bij zijn club. Bij een volgende keuringssessie wordt de profvoetballer opnieuw gezien volgens het Lausanneprotocol. Er wordt opnieuw een ECG gemaakt waarbij, weer (nog steeds) de verdenking op een cardiomyopathie rijst. Na overleg met de cardioloog is de bewuste jongen, nu 19 jaar oud, opnieuw doorverwezen naar de cardioloog voor een echocardiogram. Een en ander is telefonisch overlegd met de clubarts en de voetbalclub eist nu ineens met spoed een echocardiogram. Ondertussen valt in de krant te lezen dat de speler nog steeds wordt opgesteld bij de wedstrijden. De volgende vragen zijn voorgelegd aan een sportarts, een ethicus en de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: Welke informatie heeft u nodig om een gewogen beslissing te nemen? Welke problemen/dilemma’s ervaart u? Wat zou u uiteindelijk doen? Welke afwegingen maakt u hierbij? In deze casus kunnen de artikelen 13, 16, 20, 25, 26 en 28 uit de ‘Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen’ van belang zijn.