Vrijdag 20 juli 2018
Hart- en vaatziekten zijn de doodsoorzaak nummer 1 in de westerse wereld. Veel studies hebben aangetoond dat regelmatig sporten en/of bewegen het risico op hart- en vaatziekten significant verlaagt. Enkele recente studies suggereren dat sporters die ruim boven de norm (30 minuten per dag) trainen een gelijk of zelfs groter risico hebben om vroegtijdig te overlijden aan hart- en vaatziekten.
In het proefschrift van Martijn Maessen wordt onderzoek beschreven naar de gezondheidsvoordelen van levenslang sporten en/of bewegen en de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Zijn studies laten zien dat sporters gezondheidsvoordelen hebben ten opzichte van niet-sporters, ook als ze ruim boven de norm van 30 minuten per dag bewegen. Zelfs sporten en/of bewegen onder de norm geeft al aanzienlijke gezondheidsvoordelen ten opzichte van niet sporten. De meest gunstige effecten van matig intensief bewegen werden gevonden tussen de 170 en 242 minuten per week. Echter biedt regelmatig bewegen en/of sporten geen volledige bescherming tegen hart- en vaatziekten.
Het risico op hart- en vaatziekten wordt meestal beoordeeld aan de hand van traditionele lichaamsmaten zoals Body Mass Index (BMI) en buikomvang. In het proefschrift worden nieuwe lichaamsmaten, waaronder 'Body Roundness Index' (BRI) beoordeeld om hartpatiënten te identificeren. Uit het onderzoek blijkt dat hartpatiënten geïdentificeerd kunnen worden aan de hand van BMI, buikomvang en Body Roundness Index (BRI). Vervorming van de bloedvatwand gemeten met echografische techniek kan hartpatiënten en gezonde controles van elkaar onderscheiden.
In het proefschrift wordt ook onderzoek beschreven naar mogelijke nieuwe gezondheidseffecten van sporten en bewegen. Een toename van dicarbonyl stress en Advanced Glycation Endproducts (AGEs; versuikerde eiwitten) in de bloedconcentratie verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Echter in de studie werd bij de sporters een hogere bloedconcentratie AGEs gevonden dan bij de niet-sporters, het onderliggende mechanisme hiervan is onbekend. De resultaten van een andere studie in dit proefschrift suggereren dat sporten beschermt tegen de schadelijke gevolgen van een langdurige afsluiting van bloedvaten: ischemische-reperfusie-schade op de endotheel functie (binnenste laag van de bloedvaten). Sporters met een hartinfarct verschillen niet in vaatfunctie of –structuur van niet-sporters met een hartinfarct, behalve dat sporters met een hartinfarct minder vaatstijfheid en een kleinere bloedvatwand hebben ten opzichte van niet-sporters met een hartinfarct. Het gezondheidseffect van sporten na een hartinfarct hoeft zich echter niet altijd te uiten in betere vaatfunctie of -structuur, maar kan ook leiden tot een lager risico op toekomstige gezondheidsproblemen. Sport biedt mogelijk bescherming biedt tegen de schadelijke gevolgen van een hartinfarct. Sporters met een hartinfarct hebben een betere pompfunctie van het hart dan niet-sporters met een hartinfarct. Dit duidt erop dat mensen die ondanks regelmatig sporten toch een hartinfarct krijgen, mogelijk beter uitkomen qua gezondheid dan mensen die niet sporten.
Martijn Maessen promoveerde op 16 juni 2017 aan de Radboud Universiteit Nijmegen.