Dinsdag 26 juli 2016
Sporters die weer gaan sporten na VKB-reconstructie hebben een hoger risico op een 2e ruptuur (re-ruptuur dan wel VKB-ruptuur contralaterale zijde) vergeleken met sporters zonder VKB-letsel.
In de literatuur is de incidentie van een primaire VKB-ruptuur ongeveer 1%. De incidentie van 2e ruptuur (re-ruptuur dan wel VKB-ruptuur contralaterale zijde) varieert in diverse studie van 1:17 (6%) tot 1:4 (25%).
Prospectieve metingen van de neuromusculaire controle en posturale stabiliteit na een VKB-ruptuur kunnen de hoogte van het relatief risico voorspellen voor een 2e VKB-ruptuur.
Cohort studie, level of evidence, 2.
56 sporters (35 vrouwen, 21 mannen, gemiddelde leeftijd 17 jaar) ondergingen een prospectieve biomechanische screening na VKB-reconstructie waarbij gebruik werd gemaakt van 3-dimenisionele bewegingsanalyse tijdens een drop-vertical jump (van een 31 cm-hoge box afspringen, landen op 2 voeten en dan meteen gestrekt maximaal omhoog springen) en meting van de posturale stabiliteit voordat zij in de revalidatie waren gestart met cutting en pivoting bewegingen. Patiënten die niet van plan waren om terug te keren naar hun oorspronkelijke sport (in dit geval “ pivoting of cutting sports”, zoals voetbal of een racketsport) werden geëxcludeerd. Na de initiële testen werd ieder persoon 12 maanden gevolgd om een eventuele 2e VKB-rupuur vast te leggen. Opnieuw werden 3-dimensionele bewegingsanalyse en meting van de posturale stabiliteit verricht. De data werden geanalyseerd om voorspellende waarden te identificeren.
13 sporters (11 vrouwen, 2 mannen) kregen een 2e VKB-ruptuur (geen enkel direct trauma, 10 contralateraal en 3 ipsilateraal). Wat opvalt is dat het met name vrouwen betreft zonder duidelijk direct trauma. Dit gegeven wordt verder niet meer besproken in dit artikel. Heupkinematica in het transversale vlak, kniekinematica in het frontale vlak, kniemomenten in het sagittale vlak tijdens de landing and beperkingen in de posturale stabiliteit voorspelden een 2e VKB-ruptuur bij deze populatie met een hoge sensitiviteit (0,92)en specificiteit (0,88). Specifieke predictors waren een toename van de totale valgusbeweging in het frontale vlak, grotere asymmetrie in het interne knie extensormoment bij initiële grondcontact en een beperking in single leg posturale stabiliteit van het aangedane been, gemeten met het Biodex stabiliteitssysteem. Het heup rotatie moment (een deficit in de exorotatie tijdens de eerste fase van de landing) was een onafhankelijke voorspeller voor een 2e VKB-ruptuur (C=0,81) met hoge sensitiviteit (0,77)en specificiteit (0,81).
Veranderde neuromusculaire controle van de heup en knie tijdens een dynamische landing en beperking in de posturale stabiliteit na een VKB-reconstructie zijn voorspellers voor een 2e VKB-ruptuur na sporthervatting.
Dit is de eerste studie over biomechanische en neuromusculaire factoren die een 2e VKB-ruptuur kunnen voorspellen en die ook beïnvloedbaar zijn door revalidatietraining.
In de literatuur zijn wel studies over de primaire preventie van VKB-rupturen: Hewett et al1 onderzochten het effect van biomechanische en neuromusculaire metingen op het risico van VKB-rupturen bij niet-geblesseerde vrouwelijke sporters. Voorspellende waarden waren lagere belastingen van de knie in het frontale vlak, significant gecorreleerd met heupadductie-momenten en gereduceerde knieflexor activatie tijdens de landing bij sporters met een VKB-ruptuur. Ook zijn er diverse studies2-5 met consistente bevindingen, waarbij veranderde bewegingspatronen en beperkingen beschreven worden bij patiënten na het initiële VKB-ruptuur.
Met name de positie van dynamische valgus alignment (heupadductie, endorotatie van de heup , knieflexie, knie abductie, en tibiarotatie in het frontale vlak geeft mediale stress op de knie en ook stress op de VKB (aangetoond in kadaverstudies). Videoanalyse in het frontale vlak tijdens bewegingen zoals een drop vertical jump zou een goede methode kunnen zijn om toe te voegen aan de indicatoren die een veilige sporthervatting aan kunnen geven.
Aangezien een deficit in de exorotatie van de heup tijdens de eerste fase van de landing een sterke predictor voor toekomstig VKB-letsel is, betekent dit in de praktijk dat functieverbetering (spierversterking) van de m. gluteus maximus mogelijk de kans op een 2e ruptuur na VKB-ruptuur verkleint (met name de m. gluteus maximus is een actieve heupextensor/exorotator bij een licht gebogen heupstand). Ook neuromusculaire training gericht op plyometrie en landtechnieken, zoals squatjumps en schaarsprongen verbeteren de m. gluteus maximus functie en corrigeren abnormale bewegingsuitslagen in het frontale vlak. Recente studies laten zien dat neuromusculaire training de potentie heeft om de sprongtechniek te verbeteren en de incidentie van VKB-rupturen te verminderen in een gezonde populatie.6-10 Daarom is het zeer wel mogelijk dat implementatie van deze neuromusculaire training aan het einde van de revalidatie na VKB-reconstructie ook de incidentie van een tweede VKB-ruptuur reduceert.