Woensdag 26 augustus 2015
Een veel voorkomende chronische blessure rondom het kniegewricht is de jumpers’ knee. Van alle sporten komt bij volleybal de jumpers’ knee relatief het meest voor. Bij mannelijke elite volleyballers is de prevalentie naar schatting tussen de 40 en 50 procent en neemt af naarmate het spelniveau daalt. Bij vrouwelijke volleybalsters is de prevalentie twee keer zo laag als bij mannen. De jumpers’knee is een aandoening waarbij degeneratie optreedt aan de patellapees, dat als onderdeel van de quadriceps musculatuur de aanhechting vormt naar het onderbeen. Volleybal is een explosieve sport waarbij hoge bewegingssnelheden gecombineerd worden met een grote snelle krachtontwikkeling. Aangezien de patellapees de zwakste schakel is van het quadriceps extensor mechanisme, kunnen daar door herhaaldelijke belasting microtrauma’s ontstaan. De biomechanica is een zeer geschikte methode die gebruikt kan worden in de zoektocht naar causale mechanismen voor de ontwikkeling van een jumpers’ knee, aangezien door middel van biomechanische methoden zeer nauwkeurig de sprong- en landingstechniek en de daarmee samenhangende gewrichtsbelasting bepaald kunnen worden. Dit proefschrift is een beschrijving over wetenschappelijk onderzoek naar de biomechanische determinanten van de jumpers’ knee in volleybal, die gerelateerd zouden kunnen worden aan de ontstaansmechanismen van de jumpers’ knee.