Dinsdag 28 juli 2015
Patiënten met impingementklachten vertonen vaak afwijkingen in het scapulaire bewegingspatroon en in de scapulothoracale spierfunctie. Het doel van deze studie is afwijkingen te onderzoeken in de neuromusculaire coördinatie van de scapulaire spieren bij bovenhandse sporters met secundaire impingementklachten op basis van functionele schouderinstabiliteit. De timing van de spieractivatie van de trapezius, de isokinetische spierkracht van de scapulaire spieren en het musculaire evenwicht binnen deze spiergroep werden geëvalueerd. In een eerste onderzoekslijn werden de latentietijden van de trapezius gemeten tijdens een plotselinge, onverwachte valbeweging van de arm, aan de hand van een oppervlakteelectromyogram (EMG). Bovenhandse sporters met en zonder impingementklachten namen aan de studie deel. In een tweede onderzoekslijn werd de isokinetische spierkracht van de scapulaire spieren in protractie-retractie richting gemeten met een isokinetische dynamometer en simultane EMG-registratie. De resultaten uit deze onderzoeken tonen aan dat sporters met impingementklachten: (a) een vertraagde reactie vertonen in de pars ascendens van de trapezius, (b) een verminderde spierkracht vertonen in de serratus anterior, en (c) een musculaire disbalans vertonen in de m. trapezius met onvoldoende spieractiviteit in de pars ascendens. De conclusie is dat sporters met impingementklachten stoornissen vertonen in de neuromusculaire coördinatie van de scapulaire spieren. Deze resultaten kunnen een belangrijke klinische bijdrage leveren aan de revalidatie van bovenhandse sporters met schouderklachten.