Maandag 20 november 2017
Afname van een derde
In 2016 deden naar schatting 121.000 sporters een beroep op de SEH-afdeling na een sportblessure. Dit aantal is van 2000-2016 met een derde afgenomen. Een belangrijke reden hiervoor is dat de meeste mensen die zelfstandig de SEH opzoeken, dus zonder verwijzing, worden terugverwezen naar de eigen huisarts of behandeld worden op de nabij gelegen huisartsenpost. Het is dus niet hard te maken dat er daadwerkelijk minder sportblessures waren die een behandeling behoefden.
(Online) hulpmiddelen
Uiteraard zijn de ernstige, acute sportblessures, zoals fracturen en laesies, letsels die op de SEH thuis horen. De kleinere, misschien al wat langer aanwezige sportblessures niet (per definitie). Voor dit soort blessures heeft de VSG op sportzorg.nl de blessure-adviseur ontwikkeld. De sporter kan op een animatiesporter aangeven waar de klacht zich bevindt en aan de hand van een aantal stappen tot een voorzichtige indicatie komen van wat de blessure is (een zelf-diagnose) en wat hij/zij er het beste aan kan doen. Op deze manier kan de sporter zelf bepalen of het nodig is een sportzorgprofessional te bezoeken en direct bepalen welke sportzorgprofessional voor hem/haar het beste is, waardoor het aantal SEH-bezoeken wellicht (nog meer) kan afnemen. De blessure-adviseur is dan ook een voorbeeld van een (online) hulpmiddel dat de zelfredzaamheid bij sportblessures vergroot.
Meer informatie